 |
Zonnige plaats |
|
 |
Halfschaduw |
|
 |
Bloeimaanden: |
april-mei-juni |
 |
Hoogte: |
50-100 cm |
|
|
Levensduur: |
matig winterhard |
|
| Namen |
|
| Nederlands: |
Amerikaanse sering, kruipende herfstsering |
| Wetenschappelijk: |
Ceanothus Thyrsiflorus var. Repens |
| Familie: |
Rhamnaceae |
| Bronnen: |
groen.net,
groeninfo.com, Atrium 8b |
| Plaats: |
voortuin, bij de heg |
| Beschrijving |
|
|
Standplaats: |
Beschutte standplaats. |
|
Bodem/grond: |
Zonnig, ook op arme, goed
doorlatende grond. |
| Verzorging: |
Deze liggende struik kan bij strenge vorst eenvoudig met
blad worden afgedekt. Ook beschermen tegen late
nachtvorst. Indien de plant bevroren is, kan bij
ontdooiing door zon bladbeschadiging optreden. Bescherm
de plant met schaduwgaas. Na enige jaren moet de struik
na de bloei gesnoeid worden. Enkele oude takken worden
dan weggenomen.
Bevroren plant kun je in voorjaar helemaal
terugsnoeien en hij loopt dan weer uit. |
| Snoeien |
Ceanothus (Amerikaanse sering) Heesters van dit geslacht
hebben een regelmatige snoeibeurt nodig om ervoor te
zorgen dat ze sterk blijven. We snoeien de
bladverliezende soorten in het voorjaar terug tot
ongeveer 10 cm van het oude hout (op het oude hout lopen
ze slecht uit). We verwijderen dan tevens de
vorstschade. Dat kan in extreme gevallen leiden tot het
afzetten van de heester vlak boven de grond.
De bladhoudende soorten behandelen we iets anders. We
snoeien wel de vorstschade weg, maar de snoei voor een
sterke groei doen we nu na de bloei. We korten dan de
uitgebloeide scheuten met 2/3 in. Door dit te doen voor
de zaadzetting houdt de plant energie over voor de
groei.
|
|